essay

Muziek en zingeving

Voor de 75ste verjaardag van het Tijdschrift voor Geestelijk Leven werd me gevraagd een kort essay te schrijven over wat muziek voor mij betekent op spiritueel en zingevend vlak. Hoe ontstaan liederen? Wat inspireert? Welke thema’s dienen zich aan? In mijn werk zoek ik naar expressieve eerlijkheid, als getuigenis, opdat het begrip mag stimuleren, en medemenselijkheid. De laatste tien jaar gaan componeren en liederen maken ook hand in hand met de beoefening van meditatie.

Het begint vaak met een beeld, een tekening in mijn schetsboek, een sfeer in mijn verbeelding, een beeld van waaruit dan woorden vloeien, beeldende woorden, die uitdrukking trachten te geven aan wat ik ervaar. Het gaat vaak over het onderzoeken, verwoorden, verbeelden, verklanken van wat ik anders moeilijk gezegd krijg. Soms groeit in die beelden een melodie, en begin ik verdriet, verlangen en vreugde te verklanken. En soms mondt dat uit in een lied.

Onlangs hoorde ik in een radioprogramma rond de overleden dirigent Mariss Jansons zijn getuigenis over de spirituele diepgang van zijn werk. Deze trof mij. ‘Je speelt niet enkel de noten, want die zijn als tekens, maar je speelt wat erachter ligt: welke inhoud, welk beeld, welke atmosfeer ligt achter die noot?’

Mijn idioom

Misschien doordat ik als kind al veel Engelstalige liederen zong, misschien omdat mijn vader een bekende Vlaamse zanger is, of misschien om nog andere redenen, de taal van mijn gezongen teksten is meestal Engels. Gedichten schrijf ik in het Nederlands, en als ik ze op muziek tracht te zetten dan werkt dat om de een of andere reden vaak niet zo goed. Ook vóelt het anders om in het Engels te zingen. De taal ontlokt andere beelden in mij. Ik laat het stromen zoals het stroomt. Vaak brengen de beelden heling voor mij, verzachten ze een pijn of belichten en verhelderen iets.

Mantra: bescherming van de geest

De woorden die we denken, de toon waarop we innerlijk tot onszelf spreken, hebben een onmiddellijke impact op de manier van praten met de mensen rondom ons. Mediteren is voor mij oefentijd om die toon waarin ik denk en tot mezelf praat te doorvoelen en dieper te begrijpen, en tegelijk is het een oefentijd om mildheid en compassie te beoefenen, en te zien hoe die hun weg vinden in mijn wezen.

Soms, wanneer ik iets lees over boeddhisme of mindfulness, woorden van inzicht, zoek ik naar een manier om ze te onthouden. Dan maak ik een mantra. Mantra betekent “bescherming voor de geest”. Dan injecteer ik als het ware die ene zin in mijn hele wezen, keer na keer, ritmisch, melodieus, routineus, mild, zoekend, voelend vinden die woorden een weg in mijn brein en vormen een nieuwe hersenbaan. Ze bezetten mijn denken met iets wat me constructief lijkt in plaats van de soms weinig heilzame gedachten die er op onbewaakte momenten kunnen opkomen. Sommige mantra’s begeleiden me vele weken of maanden, en ik laat ze door mijn geest stromen, tijdens het wandelen, rennen of fietsen, doorheen mijn dagen. John Peacock, academicus en meditatieleraar, stelt dat het een hele poos kan duren eer we bij het intern herhalen van bepaalde zinnen effectief iets gaan voelen. De woorden vertrekken uit ons bewuste denken, de neocortex, en zoeken zich een weg naar oudere, dieper gelegen delen van het brein, het limbisch systeem, totdat we ze in ons hele lijf kunnen voelen en ze in ons intuïtief handelen vervlochten raken.

Deze zinnen komen na een hele poos bewust oefenen vaak ook onbewust naar boven, en dan voelt het vaak als een hervonden schat, die me vanuit mijn binnenste iets waardevols aanreikt. Als licht in het duister. Wanneer ik voel dat ze doorwerkt zijn, dat ik ze belichaam, gebruik ik de mantra’s en liederen soms in mijn lessen mindful yoga, in mijn meditatiesessies of in de mindfulnesstrainingen. Op die manier inspireren ze ook mijn studenten.

Een kijkje in mijn atelier

Soms neem ik een instrument in mijn handen, een gitaar of een klarinet, of ga ik aan de piano zitten. En dan geef ik mijn handen de vrije loop, improviseer, experimenteer, speel letterlijk met dat instrument. Ik laat de klanken op me afkomen en open me voor wat er op dat moment ontstaat in het contactveld tussen mij en dat instrument. De piano die ik thuis bespeel heeft geen planken voor de snaren, dus je kijkt recht de klankkast binnen, ziet de snaren. Onlangs liet ik mijn hoofd dichter naar de snaren van de piano toe zakken terwijl ik speelde. Een hele poos gaf ik me aan dat spelen en luisteren, en de trillingen van de klanken stroomden mijn lichaam binnen, vulden alle holtes in mijn hoofd, mijn hele wezen was gevuld met die gewaarwordingen. Ik bespeelde niet alleen de pianotoetsen, maar liet mijn handen ook rechtstreeks over de snaren van de piano strijken, met mijn nagels en vingertoppen. Van daaruit liet ik met mijn stem ook in mijn lichaam klanken ontstaan en liet die in wisselwerking treden met de pianoklanken. Ik fluisterde, zong, klaterde, huilde, brulde, gromde, stroomde, vloeide, zocht, vond, lachte, vertelde en componeerde. Ik gaf me helemaal aan dat klankbad. Er gaat een zekere directheid uit van het gebruiken van het stemorgaan. Het is nauw verbonden met ons gemoed. Nadien was mijn hoofd leeg, ervoer ik een diepe rust die nog vele uren voelbaar was. Het effect is vergelijkbaar met een diepe yoga- of meditatiesessie of een tocht op ongekend terrein. Het gaat over contact maken met het hier en nu, nieuwsgierig en avontuurlijk. Het gaat over me geven aan het onvoorspelbare, het plezier van exploreren. Echt spelen, zoals een kind speelt, zonder vooropgezet plan, zonder doel, louter ontdekken, verwonderen. Helend. Medicinaal. Het sterkt mijn immuniteit. Zo voelt dat althans. Het maakt me blij, vrolijk, enthousiast, speels – en angstgevoelens smelten als sneeuw voor de zon.

Vanuit zo’n vrij spel blijft soms een melodielijn hangen, of vragen woordenclusters naar verdere exploratie, en daar ga ik dan mee aan de slag. Zo ontstaat soms een lied.

De bodem van het meer

Het landschap van mijn verbeelding is een levendige wereld. Het kost me weinig moeite om me iets voor te stellen, metaforen te begrijpen, archetypes te voelen. Enkele jaren terug maakte ik een moeilijke tijd door. Tijdens het dagelijks mediteren zag ik met mijn geestesoog een bevreemdende innerlijke wereld. Ik leek me onder water te bevinden. Het zicht was er troebel, licht schaars. Groenige, vage, zeewier-achtige bewegingen rondom mij. Schimmige, schichtige resten van dingen die ik kende van mijn leven boven water. Eerst was er angst voor dat vreemde. Maar uiteindelijk wenden mijn ogen aan het duister en leek mijn hele wezen zich te openen voor die ervaring. Het vreemde werd iets wonderlijks. Ik gaf me aan de plek waar ik nu was, begreep de weerstand, waardoor iets in mij losliet. Ik kon in die diepte verwondering en schoonheid ervaren. Het maakte de zwaarte van die periode op slag minder zwaar, maakte het tot een bron van creativiteit. De beelden werden een lied: ‘The Bottom of the Lake’. Ik zong het vele jaren enkel voor mezelf. Ik wilde er niemand mee belasten én wilde ook niet dat iemand van dit duister in mij wist. Toen ik doorheen de jaren andere mensen over hun dieptes hoorde getuigen, ging ik beseffen dat ik niet alleen was met dit soort ervaringen. Uiteindelijk kwam er een moment dat ik klaar was om het lied naar buiten te brengen. Ik zong het en velen herkenden het. Sommige mensen bedankten me om woorden en klanken te geven aan iets dat voor hen onuitspreekbaar was. Het is wonderlijk om dat mee te maken. Dan voel ik me dankbaar voor het talent om hier op kunstzinnige manier uiting aan te geven. Ook voel ik me geïnspireerd door de vele mensen die me zijn voorgegaan op dit pad van bewustwording en verwondering. Meditatieleraren en artiesten die zich met hart en ziel geven aan het uitdrukken van hun ervaring, de hoogtes, de laagtes en alles ertussenin.

Kom nader tot de natuur

Deze woorden van Rainer Maria Rilke in zijn Brieven aan een jonge dichter raken mij diep: ‘Vraag uzelf in het stilste uur van uw nacht af: moet ik schrijven? Wroet in uzelf naar een ernstig antwoord. En zo dit bevestigend luidt, zo u die serieuze vraag kunt beantwoorden met een krachtig en eenvoudig ‘ik moet’, stem dan uw leven af op die noodzaak; uw leven, zelfs het onbeduidendste en geringste ogenblik ervan, moet in het teken staan van deze aandrift en ervan getuigen. Dan komt u nader tot de natuur. Dan probeert u, alsof u de eerste mens was, te verwoorden wat u ziet, beleeft, liefhebt en verliest.’

Reis doorheen het ontstaan van liederen

Laat me je even meenemen doorheen een beeldenwereld waaruit twee liederen ontstonden.

Op een wilde kust in het hoge noorden beukt de zee in op de rotsen beneden en strekt zich verder uit over de hele wijde wereld. Een diepe kloof in dat landschap scheidt twee werelden van elkaar. Daar ben ik, tracht ik mijn leven op te bouwen. De kloof benauwt me, ik kan er niet omheen. Ik bouw een hangbrug, om de andere kant te bereiken, maar iets weerhoudt me ervan de brug over te steken en verder te trekken. De diepte en het duister in die kloof doen me huiveren én fascineren me mateloos. De klanken en geuren die eruit opstijgen lokken me. Iets zegt me dat ik moet gaan waar ik vrees te gaan. Dat daar een sleutel naar vrijheid ligt. En ik kniel in dat besef neer en neem die taak op me. Ik maak me klaar voor de tocht, ook al weet ik niet precies wat dat betekent. Ik kerf een weg naar beneden, langs glibberige wanden, mossige stenen, het duister en de vochtige aarde in. Ik ontmoet mijn demonen. Angst, verdriet, kwaadheid, spijt, wrok. Ze vergezellen me. Ik ontwikkel moed, helder zien in het duister, mildheid, veerkracht en poëzie. Ik vind er helder stromend water, drink uit de bron, en de aarde voedt me met haar wortels. Ook in de kloof is er leven. Ik volg het water. Ik daal verder af en bereik de bodem. Ik stap verder, de rotswanden openen zich langzaam, het zicht wordt weidser, het water stroomt breder en sneller en mondt uit in de zee. Ik voel me herboren, ingewijd, gesterkt, gelouterd door de tocht. Ik weet van vallen en weer opstaan. Ik bouw er mijn huis en leef er eenvoudig, in nauwe verbondenheid met de natuur rondom én binnenin. Mijn demonen zijn vrienden geworden. Het woord demon komt van het Griekse daimon en betekent innerlijke gids. Als ik naar mijn demonen luister en ze tracht te begrijpen, dan groeit er mildheid en mededogen voor mezelf, mijn demonen én die van anderen.

Dit werd een lied: ‘The Gorge’. In de zanglijn zocht ik naar het uitdrukken van de intensiteit en volharding van de tocht, de kwetsbaarheid van het ontmoeten van de demonen en de openheid, het plezier en de uitbundigheid van de bevrijding. Wanneer ik het zing en mezelf erbij begeleid op de piano, doorstromen die beelden mijn hele wezen en weet ik me gesterkt. De kloof symboliseert een periode waarin ik een intens ziekteproces meemaakte. Mijn leven kreeg een geheel nieuwe wending. Het voelt ook als een ander stuk leven, duidelijk gescheiden van het vorige. Het ontstaan van dit lied hielp mij in het kaderen, begrijpen van en zin geven aan wat mij overkwam.

Vanuit die plek daar onderaan de kloof, waar het zoete water van de rivier de zoute wateren van de zee ontmoet, maak ik tochten in de nieuwe omgeving. Ik volg de rivier stroomopwaarts, verwonder me over het leven hier. In een smidse, op de oevers van de rivier, blijf ik een poos en leer er over de bijzondere kunst van het smeden: de verschillende ertsen, de samenstelling van het metaal, onderscheid maken tussen wat bruikbaar is en wat niet, de hitte van het vuur, het geduld, de kracht in mijn armen, het rusten, het afkoelen, het slijpen. En dan het plezier van het inzetten van deze werktuigen in de wijdere wereld.

De smidse is een metafoor voor mijn meditatiebeoefening. Hoe het interne werk van inzicht, begrip, mededogen en zorgzaamheid een middel wordt om de vele noden in de wereld rondom mij tegemoet te treden. Ook dit beeld werd een lied: ‘The Forge’. Samen met twee vriendinnen bewerkte ik het tot een driestemmige compositie, sober begeleid op de piano.

Ontembare Vrouw

Toen ik 20 was las ik De ontembare vrouw van Clarissa Pinkola Estés. De Jungiaanse psychoanalytica beschrijft hoe sprookjes en verhalen gelezen kunnen worden als zijn alle personages delen van de eigen psyche. Verhalen als metaforen. Etymologisch: meta = naar + pherein = dragen. Metaforen zijn overdragers, brengen beelden van de ene plek naar de andere.

Enkele jaren terug volgde ik een jaartraject rond de verhalen van De Ontembare Vrouw. Uit dit boek werden negen verhalen geselecteerd waardoorheen we innerlijke reizen maakten en waarrond we creatief werk verrichtten. Voor elk verhaal trokken we telkens een hele dag uit. In de voormiddag nam vertelster Lien Van Camp ons mee doorheen het verhaal en liet ons de tijd om te voelen waar we waren in het verhaal, welke beelden bleven hangen. Er was creatief materiaal om dit in uit te drukken. Vaak tekende ik de betekenisvolle beelden, of soms maakte ik een beeldje in klei. In de namiddag begeleidde Spiegelende Vrouwe Martine Hertogs ons met haar stem en trom op een innerlijke reis doorheen de diepere thematieken van het verhaal. Ik kende de verhalen al door en door en had er in de loop der jaren vaak kracht uit geput en vond het fantastisch om me nu in een cirkel van vrouwen te weten die zich aan diezelfde bron laafden. Het ontembare en veerkrachtige leven dat doorheen elk van ons stroomt bewust voeden, luisteren naar de diepere wijsheid van ons wezen. De beelden van die innerlijke reizen zijn zeer verwant aan de beeldenwereld die ik in mijn liederen oproep. Die werelden vloeien naadloos in elkaar over.

Zo is er het verhaal De wijze Wasilisa. Een verhaal over het ontwikkelen van je intuïtie, het dienen van de wijsheid in jezelf en hieruit voortvloeiend het ontstaan van inzicht en helder weten wat heilzaam is en wat niet. Het is een verhaal dat mijn moeder me vroeger vaak voorlas, uit een oud boek met Russische sprookjes, prachtig geïllustreerd door Ivan Bilibin. Het was één van mijn lievelingsverhalen en de prenten maakten diepe indruk op mij. Vooral het beeld van Wasilisa die een stok vasthoudt met daarop een mensenschedel waaruit licht naar buiten schijnt. Na verstoten te worden door haar stiefmoeder en stiefzussen maakt ze een moeilijke tocht door een donker woud, leert ze luisteren naar haar intuïtie, vindt ze de oude feeks Baba Jaga en leert ze haar dienen in ruil voor vuur. Ze keert terug, minder naïef, wetend, ziend. De schedel waaruit het licht krachtig straalt, houdt de valse stiefzussen en stiefmoeder nauwlettend in het oog en verbrandt hen tot as. Een inwijdingsproces. De beelden werden een lied, a capella gezongen.

Stilte

‘Je kan geen wijsheid beoefenen. Je kan wel condities creëren en kwaliteiten cultiveren waarin wijsheid vanzelf naar boven komt. Stilte, ontspanning, aanvaarding, mededogen.’ Iets in deze zin hoorde ik meditatieleraar Martin Aylward ooit zeggen. Stilte is me doorheen de jaren dierbaarder geworden. Luisteren en kijken naar de wereld. Genoeg hebben aan zijn. De kracht van stilte. Na mijn eerste stilteretraite vroeg ik me af of ik ooit nog wilde praten of zingen. In de loop der jaren verdiepte mijn meditatiebeoefening zich en ik merk dat het ook een verandering teweeg bracht in de functie van creativiteit. Door het formeel beoefenen van stilte en contemplatie had ik een andere weg gevonden om contact te maken met mijn ervaring. Daar was vroeger papier voor nodig, en potloden en stiftjes en pennetjes en verf en krijt, instrumenten allerhande en veel tijd in mijn atelier. Al tekenend, schrijvend, zingend, spelend, voelend baande ik me een weg. Het is nog steeds een optie, en ik koester die, maar ik ken ook een andere weg, die geen materiaal of instrumenten of atelier nodig heeft. Interne expressie. Het vergroot mijn gevoel van vrijheid, waar ik ook ga in de wereld. En als er zich vanuit die stilte een lied aandient, dan verwelkom ik dat met open armen.

(Tijdschrijft voor Geestelijk Leven 2020 nr.1, www.tgl.be)